De week van de Alpe d’Huzes start voor ons op Zaterdag.
We hebben om 07:00 afgesproken voor de deur bij Zomerzorg. Iedereen is keurig op tijd aanwezig. Mijn vader en moeder gaan mee, maar kennen nog niet iedereen en dus wordt er nog even voorgesteld. Daarna is het echt tijd om te vertrekken en laten we (Nico, Bernadette, Peter, Ruud (Lange), Els, Henk, Ruud (Kale), Anja, Tom, Jaap, Diny, Petra en Maurice) ons uitzwaaien door de laatkomers en thuisblijvers.
De reis is lang. We rijden via Maastricht (nog een keer tanken voor de lease-rijders) en Luxemburg (goedkoop tanken voor de anderen) naar Frankrijk om dan via Metz, Dijon, Lyon naar Grenoble om daar de snelweg te verlaten en de laatste kilometers te maken naar Alpe d’Huez.
Het grootste deel van de reis is het heel mooi weer. De airco draait op volle toeren om het behaaglijk te houden. De bus waarmee we onze fietsen en boodschappen mee vervoeren blijkt daar niet van voorzien te zijn, en dan wordt het dus weer ouderwets warm.
De mooie grote tafel op het terras waar ik ons eerste kopje koffie wilde nuttigen wordt dus, op verzoek van Ruud, snel ingeruild voor een tafeltje binnen. Ook binnen is het weer, en met name de voorspelling voor de komende tijd een belangrijk onderwerp. De vooruitzichten zijn niet al te best. Donderdag (de dag dat het moet gebeuren) ziet er op zich nog goed uit maar de eerste dagen is het slecht. Bijna niet voor te stellen als het hier nog zo mooi weer is. Ondertussen krijgen we ook berichten van mensen in de buurt van de Alpe dat het nu noodweer is. Er wordt zelfs gesproken van sneeuw. Dat brengt de dames tot lichte paniek, want we hebben allemaal de snowboots thuis gelaten ;) Tijd om weer te vertrekken.
De staat van het Franse sanitair langs de snelwegen is zodanig dat er verdacht weinig tussenstops hoeven te worden gemaakt. Dat schiet lekker op.
Op het laatste stuk voor Grenoble halen zware regenbuien de snelheid uit onze reis. De laatste 50 kilometer voert de weg ons tussen alsmaar groter wordende bergen. Ik wordt, hoe dichterbij we komen, ook steeds nerveuzer.
Om een uur of 5 komen we aan de voet van de Alpe d’Huez en volgen we een trailer van ‘Spar’ de berg op. Zelfs met de auto moet ik in het kleinste verzet om hier tegenop te komen. Ik weet niet of dat komt omdat het er anders uitziet in de auto of omdat ik het mezelf nog veel erger had voorgesteld, maar in eerste instantie valt de beklimming me nog mee. Als ik na 4 bochten naar het dorpje kijk wat inmiddels ver in de diepte ligt begin ik hem toch wel een beetje te knijpen. Dat gevoel gaat ook de resterende bochten niet meer weg.
Bovenaan de beklimming wacht het dorp en onze chalets. Ongelooflijk hoe mooi. Niet alleen het appartement, maar ook de locatie. De route van de Alpe d’Huzes voert onder onze balkons door en omdat het tien meter verder voor het eerst in de beklimming een stuk vlak wordt voelt het als de natuurlijke finish.
We laden snel de fietsen en meegebrachte boodschappen uit en zoeken allemaal onze plekjes op. Na kort overleg besluiten we aan de overkant van de straat wat te gaan eten. De gastheer zit in eerste instantie niet te wachten op zo’n grote groep lijkt het, maar als hij eenmaal een plekje in de kelder heeft gevonden waar we rustig kunnen zitten, ziet hij de lol er wel van in en ontdooit hij (misschien wel iets te veel). Na een heerlijke maaltijd vluchten we weer naar de overkant waar we koffie drinken van versgemalen bonen uit het zelf meegebrachte apparaat.
We maken het niet al te laat en zoeken allemaal ons bedje op.
De zondag verloopt rustig. We moeten natuurlijk eerst opzoek naar brood en andere zaken voor het ontbijt. Het is warm, maar behoorlijk buiig. We kijken op de franse buienradar om te zien of we misschien ‘s middags nog kunnen fietsen, want daar kijken we allemaal wel naar uit. Het lijkt erop dat het later op de dag beter wordt, maar niet op hele korte termijn. Dan maar naar het Palais des Sports. We hebben ons ingeschreven voor vrijwilligerswerk, maar wilde graag als groep aan de gang en daarvoor moeten we langskomen. Het Palais bevindt een stukje hoger dan ons appartement. Het klimmetje er naartoe is niet al te lang, maar nog ongewend aan de ijle lucht vind ik het nog behoorlijk pittig. Aangekomen in het Palais is het daar ook nog druk en erg warm. Dit zorgt ervoor dat ik 20 minuten later weer de buitenlucht opzoek, om zo te voorkomen dat ik onderuit ga. Het vrijwilligerswerk lijkt ook niet te lukken. Wat later lopen we gezamenlijk weer terug. Het lijkt behoorlijk opgeklaard. Het spettert nog een klein beetje, maar niet genoeg om ons van de fiets te houden. In het appartement is iedereen zenuwachtig. Snel nog wat eten, fietskleding aan, banden oppompen en gaan!!
Nico heeft nog een aantal hechtingen in z’n hand van een ongelukje vorige week en daalt met de fiets in de auto bij de ploegleiders Jaap en Ruud (Lange). De rest daalt op de fiets. Nog wat onwennig aan de berg zoeken we de juiste lijnen, rem en draaipunten. Beneden geven we de warme kleding af. Nu kan het echt beginnen.
De eerste beklimming.
We rijden nog een stukje terug naar de rotonde. Dat is donderdag ook het officiële startpunt en geeft ons ook nog even de tijd om de benen wat los te draaien. Als we weer terug langs de auto fietsen wordt het echt spannend. Door de bocht begint de eerste echte klim. Het is behoorlijk stijl, maar wel vol te houden. Ruud, Henk en Peter fietsen wat harder. Nico en ik doen het relatief rustig aan. Iedere bocht merk je dat het meer moeite kost en de hartslag loopt al snel op naar 170 slagen/minuut. In de bochten is het hoogteverschil gering. Door de bocht zo ruim mogelijk te fietsen heb je heel even wat minder druk op je benen en kan je wat drinken en proberen een paar slagen van je hartslag af te krijgen. Dat lukt nog niet heel goed. Volgens zeggen zijn de eerste vier bochten het zwaarst. Gelukkig maar, want als het hierna nog zwaarder zou worden... Zwoegend kom ik bocht voor bocht naar boven. In m’n eentje, want de mannen voor me zijn uit het zicht, en Nico zie ik ook al niet meer. Henk heeft me nog heel duidelijk vertelt dat ik tijdens het fietsen ook van het uitzicht moet genieten, maar dat lukt niet. Het enige wat ik zie is de anderhalve meter asfalt voor me. Regelmatig staat de auto met de twee ploegleiders in de bocht op me te wachten. Ik zie de twijfel in hun ogen als ze zien hoe ik voorbij kom. Ik heb die twijfel ook. Mond open, tong eruit, veel te hoge hartslag... Hoe heb ik ooit kunnen denken dat ik dit wel 6 keer zou kunnen in een dag. Toch maar doorgaan en in iedere bocht proberen een klein beetje te herstellen.
In de laatste bochten komt Henk, reeds klaar met zijn eerste klim, me ophalen. Op de een of andere manier fietst dat toch net iets makkelijker als je bij iemand in z’n wiel kunt zitten. Op het laatste stuk hoor ik de rest van de groep al gillen en klappen vanaf het balkon van het appartement. Dat geeft ook wat extra energie en brengt me door onze finish. Ik ga samen met Henk natuurlijk wel door tot de officiële finish waarvoor we nog een paar kleine klimmetjes moeten nemen. Vanaf de finish dalen we weer af naar het appartement. Nico is nog niet aangekomen en mijn hartslag is al weer zover gedaald dat ik samen met Henk ook Nico op ga halen en hem help in de laatste meters. In die laatste meters bedenk ik dat 6 keer echt nooit gaat lukken en ik al enorm blij mag zijn met 2 beklimmingen.
‘s Avonds eten we lekker pasta, en na de koffie wordt er gekaart en gedobbeld en vooral over fietsen gepraat. Ruud heeft, ondanks dat hij een goede tijd heeft neergezet, het gevoel dat z’n verzet te zwaar is en wil kijken of hij dat maandag ergens kan laten verwisselen. Tom heeft Henk gelost in de beklimming en dat geeft ook stof tot napraten. Inmiddels zijn Rene, Miranda, Mees, Claudia en de ouders van Rene en Claudia ook aangekomen in het appartement.
Maandagochtend na het ontbijt doen we rustig aan. Zoals gezegd wil Ruud nog kijken of hij z’n verzet kan laten aanpassen. Ook moeten er boodschappen gedaan worden en dus gaat er een hele ploeg naar beneden. Ik vind het wel prima en blijf met een paar anderen boven in het dorp. Het duurt allemaal wat langer dan we hadden verwacht en als op een gegeven moment het signaal ons bereikt dat het minimaal nog een uur duurt voordat ze weer boven zijn en er dan nog gegeten moet worden voordat we kunnen fietsen is het Rene en Henk teveel. Ze houden het niet meer en willen gaan fietsen. Henk wilde vandaag 2 keer een beklimming doen en Rene zit zo op hete kolen dat hij ook niet wil wachten. Ik wacht rustig op de anderen. Eenmaal gegeten en omgekleed dalen we af en doen we de beklimming opnieuw. Ik doe de eerste bochten nog veel rustiger aan en het lukt me hierdoor beter om m’n hartslag onder controle te houden. Die winst hou ik de hele beklimming vol waardoor ik veel minder uitgeput naar de top fiets. Dit wordt ook regelmatig bevestigd door de wederom aanwezige ploegleiders.
Tom is de hele klim bij Claudia gebleven en in de laatste bochten zitten ze me opeens dicht op de hielen. Op zich geen probleem natuurlijk, maar het gaat me toch wat te ver om een paar honderd meter voor de top ingehaald te worden... Toch maar een tandje erbij zetten.
Moe maar voldaan zien we iedereen weer in het appartement om daar weer een lekkere pasta maaltijd te eten. In de loop van de dag arriveren ook Sandra, John en Danny zodat alle fietsers er nu zijn. De berg lijkt John wel mee te vallen, want hij was na 20 keer het kopje van Bloemendaal nog niet moe, en is dus wel toe aan een uitdaging. Misschien morgen even twee keer doen om te kijken hoe dat voelt. Ik glimlach stilletjes.
Het is Ruud niet gelukt om het verzet op z’n fiets aangepast te krijgen en hij twijfelt of hij een andere fiets moet huren. Hij heeft vandaag op de fiets van John gereden en dat ging een stuk beter. Het huren van een fiets is niet al te duur en met dit verzet is meerdere keren per dag echt niet te doen. Aan de andere kant heb je wel deze fiets gekocht en wil je niet vlak voor het evenement overstappen naar een andere fiets... wederom twijfel!
‘s Avonds wordt er nog veel nagepraat. Tom heeft na de ‘overwinning’ van zondag natuurlijk praatjes voor tien en zit al op Rene in te praten. Bij bocht zeven zal hij demarreren om daarna nooit meer terug gezien te worden. Jaap heeft vanuit de ploegleiderswagen gefilmd en de resultaten daarvan worden op de muur geprojecteerd. De camera is vrijwel de gehele tijd maximaal ingezoomd geweest waardoor het een aaneenschakeling van speciale effecten lijkt. In de 15 minuten zit hier en daar toch nog een stukje bruikbaar materiaal. De rest van de avond wordt wederom gevuld met dobbelen en kaarten.
Dinsdag is Ruud al vroeg weg. Hij heeft toch besloten om een andere fiets te huren. Danny heeft mazzel en kan een fiets lenen waardoor hij ook een beklimming kan doen. Nico en Peter willen een extra rustdag en gaan dus met de ploegleiders naar beneden. Mooi om te kijken en wellicht kunnen ze iets meer bruikbaar materiaal filmen. De afdaling gaat steeds wat makkelijker. Je weet inmiddels dat er geen hele gekke dingen in de afdaling zitten en waar je heel hard en waar je voorzichtig moet doen. John vindt de afdaling maar niets en klaagt continue over het gebrek aan remvermogen.
Beneden herhaalt het bekende ritueel zich weer. Spullen in de auto, fietsen naar de rotonde, zwaaien naar de ploegleiders en weer beklimmen. Henk is even achter gebleven om z’n zus (zit op de camping aan de voet van de berg) gedag te zeggen. Op de eerste meters van de klim splits de groep zich vrijwel direct in drieën. Claudia rijdt achteraan, John en ik daar vlak voor en Tom, Ruud, Rene en Danny voorop. Ha ha, we hebben het maandag uitgebreid gehad over de eerste vier bochten en dat je je daar niet gek moet laten maken en toch gaat hij mee. John en ik zijn er van overtuigd dat we hem verderop wel weer tegenkomen. Bij bocht vier staat Danny inderdaad stil bij de ploegleiderswagen. Hij heeft z’n helm afgedaan en ziet er duidelijk oververhit uit. Hij wil graag met ons meefietsen, maar moet van z’n vader eerst z’n helm weer opdoen. Ik fiets een hele ruime en langzame bocht om Danny zo tijd te geven om bij te komen, maar John fietst stug door. Met Danny in m’n wiel fietsen we rustig verder en sluiten verderop weer aan bij John. Na een tijdje haalt Claudia ons in, en John besluit met haar mee te fietsen. Ik blijf bij Danny en gezamenlijk fietsen we de door naar boven. Het gaat wisselend. De ene bocht zit Danny echt helemaal stuk en moet ik op hem inpraten om hem niet af te laten stappen, maar de volgende bocht vraagt hij of het al te vroeg is om te versnellen. Ik vind het enthousiasme mooi om te zien en vindt het dan ook geen probleem om af en toe iets langzamer te moeten rijden om hem aan het elastiek te houden. Bij bocht zeven staat de ploegleiderswagen. Ik ben natuurlijk benieuwd of de demarrage heeft plaats gevonden, en dat blijkt zo te zijn zo vertelt Nico vol enthousiasme. Ik zie Tom vanavond al weer voor me op de bank vol grote verhalen. Eerst maar eens boven komen. Op de laatste klim weet Danny, na een behoorlijke dip, toch nog wat energie te vinden en bij me weg te versnellen. Helaas was hij vergeten dat de officiële finish nog wat verderop ligt, en dus moet hij weer bij me aanhaken en verder mee de berg op. In de laatste officiële bocht staat een hele grote groep mensen rondom het bordje met de aanduiding van Bocht 0. Vreemd.
‘s middags gaan we weer naar het Palais des Sports naar een informatiebijeenkomst. Eerst wordt duidelijk gemaakt waarom er vanmiddag zo’n drukte was bij bocht 0. Deze bocht is namelijk vernoemd naar Bas Mulder (een icoon van Alpe d’Huzes).
Een enorme eer als je bedenkt dat de rest van de bochten de namen dragen van de winnaars van deze etappe in de Tour de France. Na wat algemene informatie wordt er door Coen van Veenendaal gevraagd wie er nog komkommers eet nu de suggestie wordt gedaan dat deze waarschijnlijk de drager zijn van de EHEC bacterie. Niemand steekt z’n hand op. Coen snapt niet we wel komkommers laten staan, maar dat hij hier en daar toch nog mensen ziet roken. Je ziet dat de rokers verrast zijn door het complete gebrek aan logica in hun handelen, maar de oproep om direct te stoppen met roken lijkt niet heel veel volgers te vinden.
Verder vertellen een aantal mensen van de organisatie en een ongeneeslijk zieke kankerpatiënt over hun dromen en doelen voor het evenement. Erg mooi, maar ook moeilijk om naar te luisteren. Er wordt afgesloten met het uitreiken van de Bas Mulder award. De vader van Bas rijkt 2 miljoen euro uit namens de stichting uit aan 3 jonge onderzoekers. Deze 3 onderzoekers leggen uit hoe ze het geld gaan besteden en krijgen aan het einde een enorm applaus. Dat lijkt me geweldig voor de motivatie.
Na het diner (jawel pasta) staat wederom een filmavond op het programma. We willen nu bekijken wat Peter heeft gefilmd. De beelden zijn een stuk beter te volgen en leuk om te zien hoe we allemaal omhoog fietsen. Helaas houden de batterijen het niet tot het eind en is er geen stopcontact in de buurt en moeten we e.e.a. vroegtijdig afbreken. Ik krijg zelf ook een hele zere keel en ga op zoek naar m’n sjaaltje (nee geen fashion statement). Ik praat nog even na met John over de klim en komen tot de conclusie dat 3 beklimmingen echt al heel goed zou zijn, en 4 gelijk staat aan een wereldprestatie.
Een half uur later lig ik op bed.. ik voel me echt niet goed.
Woensdagochtend voel ik me nog steeds niet goed. Ik heb koorts en een zere keel en probeer zoveel mogelijk in bed te blijven. Het is ook Alpe d’Huzus dag. Dat is de dag waarop de vrijwilligers, organisatie, verzorgers etc de Alpe d’Huez kunnen beklimmen. Het is mooi weer en iedereen staat de hele dag te applaudisseren voor degene die de beklimming volbrengen.
Ik slaap zoveel mogelijk en kom af en toe uit bed om wat te eten of te drinken. Ik voel wel dat het langzaam beter gaat, maar echt top is het allemaal niet.
‘s middags is er weer een afspraak bij het Palais des Sports om een foto met alle deelnemers te maken. Ik wil dit niet voorbij laten gaan en sleep me naar boven. Het duurt allemaal erg lang, maar een uurtje later staat e.e.a. er toch op en kan ik terug naar bed.
Later komt er ook een verslaggever van het Haarlems Dagblad langs die we hebben ontmoet bij de fotoshoot op het kopje van Bloemendaal. Hij was erg benieuwd hoe wij erbij zaten op de Alpe en wil ons graag op de foto zetten voor in de krant. Ik dus weer snel uit bed en op het balkon op de foto.
Ik moet natuurlijk ook nog even m’n fiets in orde maken (startnummer en verlichting erop, klein beetje schoonmaken etc) en lig daarna nog even op de bank.
Volgens planning zouden we vandaag gebruik maken van de diner faciliteiten van het Palais des Sports. We hebben daar van te voren coupons voor gekocht, maar ik voel me nog verre van ideaal, en wil ook niet tussen al die andere deelnemers lopen en iedereen aansteken en blijf dus thuis met Petra. Petra zit lekker aan de gebakken aardappeltjes terwijl ik het restje van de lunch (pasta salada met kip) wegwerk. Danny heeft speciale verf gekocht en schrijft samen met Sandra al onze namen op het wegdek. Het is net de Tour de France. Ik zeg even gedag tegen Aad en Annememiek die vandaag aangekomen zijn (we zijn nu compleet) en lig later in bed na te denken over de kansen voor de volgende dag. Kan ik überhaupt een keer omhoog fietsen, of is dat niet verstandig? Hoe kan dit nu gebeuren, ik ben nooit ziek, en dan nu? M’n fietsmaatjes komen af en toe kijken en stellen soms voor om m’n doelen bij te stellen en gewoon later te vertrekken en geen risico te nemen.
Ik ga maar weer slapen.
Morgen gewoon vroeg opstaan en dan kijken hoe het ervoor staat.